Ping, daar was het langverwachte bericht van wielrentrainer Guido Vroemen. Ik opende Whatsapp op mijn telefoon. Ik ging antwoord krijgen op de vraag wat voor type wielrenner ik precies was. Was ik een sprinter of juist een tijdrijder? Een klimmertje of toch meer een puncheur? Stiekem hoopte ik op dat laatste. Prachtig woord namelijk, puncheur. Ik zag mezelf al met een felle demarrage van mijn hulpeloze maatjes op de Amerongse Berg wegfietsen en bij de koffie achteraf uitleggen dat ik nou eenmaal een puncheur was. “Niks aan te doen, mannen. Ieder zijn kwaliteiten en ik ben een puncheur. Net als Mathieu en Alaphilippe.”
Voor Wielrenblad, nummer 1 van 2021 schreef ik in de rubriek ‘Wetenschap op Wielen’ over de fysiologische verschillen tussen wielrenners en het nut van het vermogensprofiel.