“Wat het IOC en WADA nu eigenlijk doen, is dat ze een afkapwaarde voor clenbuterol hanteren. Formeel is die er niet, elke molecuul clenbuterol in de urine van een sporter is er officieel namelijk één teveel. Maar informeel lijkt die er wel te zijn, omdat bij lage concentraties voedselvervuiling niet uitgesloten kan worden. In de Contador zaak destijds pleitte ik er al voor dat er een afkapwaarde voor clenbuterol moest komen. Ik kan me dus wel vinden in het besluit om de atleten bij wie nu een lage concentratie in de urine is gevonden vrijuit te laten gaan, maar erger me wel aan het feit dat de autoriteiten zo inconsequent en selectief acteren. Voor al die atleten die in het verleden met eenzelfde soort uitslag wél gestraft zijn, is dit besluit natuurlijk problematisch. En voor de buitenstaander is het ook niet te begrijpen dat een sporter positief test en niet vervolgd wordt. Logisch dat de ARD hier mee naar buiten komt.”
Op 2 april jongstleden zond de Duitse tv-zender ARD de documentaire ‘Doping – Top Secret’ uit. Hierin maakte de onderzoeksjournalist Hajo Seppelt gewag van de bevinding dat bij het hertesten van oude urinemonsters van atleten die aan de Olympische Spelen in Peking in 2008 meededen, clenbuterol is gedetecteerd. Om welke atleten het gaat is niet duidelijk, maar het zou in ieder geval ook om leden van de Jamaicaanse ploeg gaan. De hertesten vonden in april 2016 in het dopinglaboratorium in Lausanne plaats. Dat niet eerder clenbuterol in de monsters werd gevonden, heeft er mee te maken dat de analysetechnieken tot vorig jaar nog niet zo verfijnd waren dat de lage concentraties die nu gevonden zijn, konden worden opgespoord.
Chinees vlees
Na overleg besloten het IOC en WADA geen maatregelen tegen de betrokken atleten te treffen. De concentraties clenbuterol zijn dusdanig laag –volgens het WADA lager dan 1 nanogram per milliliter- dat het goed zou kunnen dat de stof via het eten van vervuild Chinees vlees in het sporterslichaam terecht is gekomen. Clenbuterol, oorspronkelijk ontwikkeld als geneesmiddel tegen astmatische klachten bij paarden, wordt in China namelijk op grote schaal in de veeteelt gebruikt voor het kweken van vlees. Spieren groeien er goed op terwijl juist het vet lijkt te verdwijnen, dat is het idee. Hoewel deze effecten in mensen niet consistent aangetoond zijn, staat clenbuterol op de WADA lijst van verboden middelen onder de groep ‘anabole (spierversterkende) stoffen’.
De Boer heeft het middel zelf geslikt. En ja, er gebeurde wat (“mijn hartslag ging omhoog en ik ging sneller ademen”) maar of het een sporter helpt om beter te presteren, dat betwijfelt hij. “Er is geen wetenschappelijk bewijs voor een direct anabool effect in mensen. Maar ik sluit niet uit dat een sporter die denkt dat het helpt, beter gaat trainen en daardoor meer spiermassa ontwikkelt. Anderen menen juist dat het katabool werkt omdat het de vetverbranding stimuleert. Ach, een sporter is altijd op zoek. Als hij denkt dat het eten van konijnenkeutels helpt, dan zal hij die ook slikken.”
Of clenbuterol nu wel of niet prestatiebevorderend werkt, het staat op de dopinglijst. Omdat het menselijk lichaam het niet zelf kan aanmaken, is een atleet met een positieve plas per definitie verdacht, ook al is de concentratie extreem laag. Bij Contador ging het om maximaal 50 picogram per milliliter (ofwel 0,00000000005 gram per milliliter ofwel “cero coma cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cinco gramo por mililitro” zoals Contador zelf in zijn persconferentie aangaf), een concentratie die tot 20 keer lager is dan de 1 nanogram per milliliter die het WADA nu rapporteert voor de urinestalen uit Peking.
Contador had de pech dat zijn plasjes tijdens de Tour in 2010 door het dopinglaboratorium in Keulen werden verwerkt. Daar hadden ze toen al zo’n gevoelige clenbuterol meter in gebruik dat zelfs hele lage concentraties opgepikt werden. Volgens De Boer een oneerlijke gang van zaken: “Dopinglaboratoriums die voor het WADA werkten moesten destijds in ieder geval een ondergrens van 2 nanogram per milliliter voor clenbuterol kunnen detecteren. De meeste labs konden ook niet lager dan dat maar het Keulense lab helaas voor Contador wel. Als zijn urine in een ander laboratorium was getest, hadden ze niks opgemerkt. Het WADA redeneert dan van ‘ja, maar de politie is ook niet overal even goed maar je bent wel in overtreding’, maar ik vind dat je op deze manier oneerlijkheid creëert.”
Bekende naam
Bovendien wist De Boer van het probleem van met clenbuterol gecontamineerd vlees via de Chinese wielrenner Li Fuyu. Die had namelijk bij De Boer aangeklopt toen hij na de wielerklassieker ‘Dwars door Vlaanderen’ in het voorjaar van 2010 positief op clenbuterol was getest. “Omdat meerdere Chinese sporters gepakt waren, ging er een belletje bij me rinkelen dat het met het eten van met clenbuterol vervuild vlees te maken kon hebben. Maar toen ik bij WADA aankaartte dat er in China een probleem was met de voedselproductie en clenbuterol, deden ze er in eerste instantie helemaal niks mee.”
Toen Contador na de Tour het slechte nieuws van zijn dopingtest hoorde, hoefde de Spanjaard niet lang na te denken welke deskundige op het terrein van positieve clenbuterol plasjes hij moest inschakelen. En De Boer hoefde niet lang na te denken of hij Contador wilde helpen. “We konden elkaar goed gebruiken om onze beide problemen zichtbaar te maken. Contador had het probleem van de positieve test, ik wilde het probleem van de clenbuterol contaminatie op de kaart zetten. Dan helpt zo’n bekende naam wel.”
De Boer gooide de aanwezigheid van het vleugje clenbuterol in Contadors urinestaal op het feit dat de Spanjaard de avond voor zijn positieve dopingtest een biefstuk uit zijn geboorteland had gegeten. Immers, de dag ervoor was Contadors urine nog totaal verschoond van clenbuterol, terwijl de dagen erna de concentraties steeds lager werden. Ook pleitte De Boer voor het instellen van een afkapwaarde voor clenbuterol die zou moeten liggen op 200 picogram per milliliter. “Bij 2000 picogram per milliliter (2 nanogram per milliliter) kun je nog een lichamelijk effect veronderstellen. Daar ga je dan nog tien keer onder zitten voor de zekerheid.” De Boer constateert met enige tevredenheid dat WADA uiteindelijk zijn advies nog enigszins heeft overgenomen: “Na de Contador zaak is de ondergrens waarop een dopinglaboratorium clenbuterol moet kunnen detecteren verlaagd van 2 nanogram naar 200 picogram per milliliter.”
Schuldig!
Het werd een slepende zaak. In eerste instantie werd Contador geschorst maar even later door de tuchtcommissie van de Spaanse wielerbond toch vrijgesproken van dopinggebruik. Dat zinde de internationale wielerunie UCI en ook WADA niet en zij gingen in hoger beroep bij het internationaal sporttribunaal CAS. Op diens uitspraak was het lang wachten geblazen, het ene uitstel volgde na het andere en Contador kon in 2011 ‘gewoon’ de Giro en de Tour fietsen. De eerste schreef hij ook op zijn naam. Die titel, evenals zijn Tour de France overwinning in het jaar ervoor, moest ‘El Pistolero’ echter inleveren toen het CAS definitief op 6 februari 2012 haar vonnis velde: schuldig! Contador kreeg, met terugwerkende kracht, twee jaar schorsing aan zijn broek.
Waar de positieve test vandaan kwam? Het sporttribunaal achtte het onwaarschijnlijk dat het van het eten van besmet vlees was ‘want Spanje kende geen probleem met clenbuterol contaminatie van het vee’. Ook de suggestie van WADA en UCI dat een transfusie van eerder opgeslagen bloed -met daarin een hoeveelheid clenbuterol- Contador de das om had gedaan, vond het CAS vergezocht. Het sporttribunaal hield het erop dat de Spanjaard ‘naar alle waarschijnlijkheid vervuilde voedingssupplementen had geslikt’.
De Boer gaat uit van een deal tussen beide partijen. “Het werd een prestigezaak waarbij de kosten dusdanig uit de hand liepen dat Contador zijn straf heeft geaccepteerd onder het beding dat hij geen boete hoefde te betalen. En dat scheelt nogal want de boete is één jaar salaris. Dat lijkt misschien mee te vallen maar als je daar sponsorinkomsten bij optelt, loopt het al snel in de miljoenen.” De Boer was overigens niet meer betrokken bij de eindfase van de zaak. “Na de vrijspraak door de Spaanse bond ben ik gedumpt. Contador is met een ander team van advocaten en deskundigen verder gegaan. Met een andere strategie.”
Traineren
Wat de oorzaak van Contadors positieve uitslag nu precies was, de dopingautoriteiten waren inmiddels wel bewust geworden van het probleem van het met clenbuterol besmette vlees. Dat vooral in China en in Mexico heerst. Toen dus, in 2011, tijdens een FIFA onder 17 toernooi in Mexico voetballers uit 19 van de 24 deelnemende teams positief op clenbuterol testten, werd de vleesindustrie in dat land als schuldige aangewezen. Ook de Nederlandse mountainbiker Rudi van Houts, die De Boer tevens bijstond, werd niet bestraft toen hij na een trainingsstage in Mexico positief testte op clenbuterol. In 2013 was Michael Rogers de eerste uit het professionele wielerpeloton die vrijgesproken werd van dopinggebruik na een positieve clenbuterol uitslag. De Australiër kon het rijden van de Ronde van Peking als excuus aanvoeren.
Dezelfde verzachtende omstandigheden gebruiken het IOC en WADA nu tijdens hun behandeling van de hertesten van Peking 2008. Zij hopen in de toekomst de échte dopingzondaars te pakken met modernere analysetechnieken die onderscheid kunnen maken tussen clenbuterol van vervuild vlees of van een farmaceutische oorsprong (zie kader: Hoe onderscheid te maken tussen clenbuterol afkomstig van vervuild vlees of uit een pil?). Maar de positief bevonden atleten uit 2008 hoeven hiervoor geen vrees meer te hebben: monsters die in 2008 zijn verzameld mogen tot maximaal 8 jaar erna nog getest worden (in 2015 verlengde WADA deze termijn tot 10 jaar).
De huidige opwinding naar aanleiding van de ARD-documentaire zal Contador weinig boeien, vermoedt De Boer. “Voor hem is de zaak gesloten, die houdt zich stil.” Dat lijkt anders voor de Poolse kanoër Adam Seroczynski. Die werd namelijk direct na de Spelen in 2008 voor twee jaar door de internationale kanofederatie geschorst omdat hij in Peking positief was getest. Op jawel, clenbuterol. Tegen de ARD heeft de Pool gezegd stappen tegen het IOC te willen ondernemen. De Boer geeft hem weinig kans: “Wil je als sporter een organisatie als het IOC verslaan, dan moet je een bord voor je kop hebben en een flinke zak met geld. Die instanties hebben zulke goede advocaten, die gaan de zaak traineren. Dat zag je ook in de Contador zaak. Er zijn maar weinig atleten die zoals hem die race volhouden.”
__________________________________________________________________________________________________________________________________________
Kader: Hoe onderscheid te maken tussen clenbuterol afkomstig van vervuild vlees of uit een pil?
Sinds de Contador zaak stopt WADA geld in onderzoeksprojecten die leiden naar een oplossing van het clenbuterol probleem. Saskia Sterk, expertisegroepleider Groeibevorderaars van RIKILT Wageningen University & Research, focust zich in een samenwerking met WADA op hoe isomeren van clenbuterol zich verhouden in vlees en in een farmaceutisch preparaat. “Clenbuterol bestaat uit twee isomeren, een linksdraaiend en een rechtsdraaiend. Tijdens de synthetische fabricage van een tabletje is de verhouding tussen beide isomeren precies gelijk, er zitten evenveel links- als rechtsdraaiende clenbuterol moleculen in. Maar dieren hebben een selectief metabolisme. Als je die clenbuterol geeft, worden de linksdraaiende isomeren uitgeplast en komen de rechtsdraaiende in de spieren en dus het vlees terecht. Als een sporter dan dat vlees consumeert, verwacht je een andere verhouding van de isomeren in de urine tegen te komen dan wanneer hij een pilletje heeft genomen.”
Om te zien of dit in de praktijk ook zo werkt, voerden Sterk en haar collega’s twee koeien met clenbuterol. De koeien gingen naar de slachterij waar ze normaal werden verwerkt als consumptievlees. Een vijftal vrijwilligers kreeg een stukje lever van de koeien voorgeschoteld, een ander vijftal een balletje gehakt. Vervolgens moesten de vrijwilligers hun plasje inleveren. Analyse daarvan leverde inderdaad een duidelijke afwijkende isomeerverhouding van clenbuterol op voor de mensen die lever hadden genuttigd. De urine van de gehakteters liet echter weinig verschil zien ten opzichte van de urine van proefpersonen die een tabletje clenbuterol hadden geslikt.
Vooralsnog lijkt de methode niet in alle gevallen gevoelig genoeg om een dopingzondaar van een onwetende vleeseter te onderscheiden. “Je hebt te maken met een aantal variabelen. De koe is een variabele, de dosis is er een. Er is sowieso een verschil tussen vlees en lever en het hangt ook af van welk stuk vlees en hoeveel je ervan eet. Ondanks dat beide koeien in ons experiment dezelfde dosis clenbuterol hadden gekregen, vonden we behoorlijke verschillen in de isomeer verhouding bij beide dieren”, licht Sterk toe. Ze gaat in overleg met WADA om te kijken of het zinvol is om verder te gaan met het project. Want, los van de ingewikkeldheid om een glasheldere uitkomst in de koe te krijgen, is een complicerende factor ook nog dat clenbuterol niet alleen gebruikt wordt om koeien te ‘spekken’ maar ook varkens. “Die verwerken de clenbuterol isomeren precies andersom dan koeien doen”, vertelt Sterk.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.