Ik stuitte op een recente studie van de groep van Luc van Loon uit Maastricht waarin ze een groepje wielrenners uit Rwanda op de ergometer getest hadden. Daar wilde ik meer van weten! Ik belde met hoofdonderzoeker Jean Nyakayiru die tekst en uitleg over de studie gaf. Én inspiratie voor een reportage.
“Wauw”, mompelt Jean Nyakayiru in zichzelf. Hij werpt een blik op het schermpje van de fietsergometer waar hij naast staat. Plaats van handeling: het inspanningslaboratorium van de vakgroep Bewegingswetenschappen aan de Universiteit Maastricht. Hij leest een 3, een 5, een 0. 350. 350 watt is wat de proefpersoon op de ergometer nu trapt. Hoewel Nyakayiru wel weet dat de instellingen kloppen –ze kloppen namelijk altijd- checkt hij de aansluitingen en de kabels van de ergometer nog eens. Dit is gewoon niet wat hij verwachtte. Normaliter hoort hij zijn proefpersonen –meestal Nederlandse amateurwielrenners- bij dit wattage zwaarder gaan ademen en ziet hij zweet op hun voorhoofden verschijnen. Jean kijkt naar het hoofd van de jongen die nog steeds onbewogen de pedalen rond trapt. Er is nog geen druppel zweet op het zwarte gezicht te zien.