Sport

Het schaatsgevoel van Nino van Dijk

img_3613
De schaatscarrière van Nino van Dijk verloopt naar wens. Afgelopen jaar maakte de 18-jarige Driebergenaar de overstap naar het Regionaal Talentencentrum Midden. Voor een achtergrondverhaal in de Stichtse Courant nam ik een kijkje bij een ochtendtraining op het ijs.   

Een woensdagochtend op de Vechtsebanen in Utrecht. Het is even na achten. In de binnenhal werkt een groepje jeugdige shorttrackers hun ochtendtraining af. Buiten schittert de net gedweilde 400 meter baan uitnodigend in het opkomende herfstzonnetje. Langs de kant hangen grote gekleurde doeken met namen van schaatsers die de roemrijke historie van Nederland als schaatsland weergeven: Jaap Eden, Ard Schenk, Yvonne van Gennip. ‘Sex bomb’ van Tom Jones schalt uit de luidsprekers.

Klokslag kwart over acht schiet een zestal jonge mannen in strakke zwarte schaatspakken het nog maagdelijke ijs op. Onder hen de 18-jarige Driebergenaar Nino van Dijk. Van Dijk heeft er geen moeite meer mee om vroeg op te staan. Het is bijna dagelijkse kost tegenwoordig. Twintig uur per week is de eerstejaars student Economie & Bedrijfskunde aan de universiteit van Amsterdam met zijn sport bezig. Naast de ijstraining horen daar wielrennen, skeeleren én kracht- en sprongtraining bij.

img_3540
De zes schaatsers van het Regionaal Talentencentrum Midden

SCHAATSVAKANTIE Aangestoken door zijn vier jaar oudere broer die al goed schaatste, maakte van Dijk op zijn 7e zijn eerste rondjes op de Vechtsebanen. Zijn moeder was enthousiast want ze schaatste zelf ook. Zijn vader had er minder mee, die hield meer van de motorsport. De kleine Nino werd lid van schaatsvereniging Woudenberg en begon op zijn 11e met wedstrijdjes.

Drie jaar later was van Dijk overtuigd van zijn missie: topschaatser worden. Maar zoiets gaat niet vanzelf natuurlijk. Gelukkig mocht hij van het Openbaar Lyceum in Zeist zijn gymlessen missen  om wat vaker zijn schaatsen op de Vechtsebanen onder te kunnen binden; ook werd het Zuid-Duitse Inzell, waar één van de snelste banen ter wereld ligt, een favoriete vakantiebestemming voor het gezin van Dijk.

Nino van Dijk -in tweede positie- in actie tijdens de training op de Vechtsebanen
Nino van Dijk, hier in tweede positie, in actie tijdens de training op de Vechtsebanen

STERKE MOTOR Ogenschijnlijk zonder moeite zoeven de jonge mannen in een rijtje langs de lege hoofdtribune. In tweede positie schaatst van Dijk, blauwe muts over zijn donkerblonde manen, zonnebril voor zijn jeugdige, blauwe ogen. Vanochtend staat voor de selectie van het RTC Midden, het Regionaal talentencentrum voor Utrecht en omgeving, een intervaltraining op het programma. Zes keer 500 meter in hoog tempo met tussendoor de broodnodige pauzes om op adem te komen. De RTC’s, er zijn er inmiddels zes van, zijn dit jaar door de Nederlandse schaatsbond in het leven geroepen omdat de bond merkte dat er teveel schaatstalent verloren ging.

Talent heeft van Dijk zeker, zegt RTC coach Stefano Donagrandi. De Italiaan weet waarover hij het heeft. In 2006 won hij met zijn team de ploegenachtervolging bij de Olympische Spelen in Turijn. Na zijn schaatscarrière werd hij trainer: eerst bij de Italiaanse schaatsbond, vorig jaar bij het commerciële schaatsteam van Corendon en nu dus bij het RTC. Donagrandi is vooral onder de indruk van van Dijk’s uithoudingsvermogen. Bij inspanningstesten haalt de Driebergenaar een maximale zuurstofopname waar menig professioneel schaatser niet aan kan tippen. De motor is er dus al: alleen moet hij nog goed afgesteld worden, zo verwoordt Donagrandi het.

img_3623
Van Dijk mikt op de Olympische Spelen in 2022

ONTSPANNING Die motor heeft van Dijk ontwikkeld door zijn harde werk als junior, zegt hij zelf. Dit jaar hoopt hij de vruchten ervan te plukken. In Thialf wil hij zich binnenkort plaatsen voor het Nederlands Kampioenschap voor junioren. En wie weet kan hij dan mee gaan doen aan de World Cup wedstrijden en de wereldkampioenschappen voor junioren later dit jaar.

Van Dijk was al vroeg in het seizoen in een bloedvorm. In Inzell zette hij in september een 6.49 op de 5 kilometer op de klok. Hij ervoer toen echt wat goed schaatsen is. Goede druk op het afzetbeen, zwaartepunt er precies boven en ‘bam!’. Wanneer het schaatsen vanzelf gaat en geen kracht kost, dat is het ultieme schaatsgevoel waar van Dijk voor gaat. Hij bewondert daarom ook Pavel Koelizjnikov zo, de Rus die uit een volkomen ontspanning lijkt te schaatsen.

Maar met schaatsen weet je het maar nooit, dat vindt van Dijk ook zo mooi aan de sport. De afgelopen weken was de vorm, die hij in Inzell had, ineens ver weg. Zoiets kan van Dijk dan moeilijk loslaten: hij gaat over zijn slag nadenken en andere dingen proberen. Dat geeft twijfel en soms frustratie, zo eerlijk is hij wel. Maar het geeft ook een mooie uitdaging om aan te werken. Want van Dijk heeft geen haast: hij is nog jong voor een schaatser, pas 18. Bij de Olympische Spelen in Beijing in 2022, dan wil hij er staan.

img_3620
“De motor is er al: hij moet alleen nog goed afgesteld worden”

De ochtendtraining zit erop. In de kantine van de ijsbaan staart Nino van Dijk met rode blosjes op de wangen achter een beker met warme chocomel én grote toef slagroom naar de buitenbaan. Er is nog één open plek waar geen doek met de naam van een bekende schaatser hangt. Van Dijk, Nino van Dijk, dat zou daar mooi staan, bedenkt hij met een glimlach.