Het was in de winter van de laatste Elfstedentocht in 1997 dat Peter van de Pol voor het eerst schaatsen onder bond. Dit jaar eindigde de marathonschaatser als negende bij de alternatieve versie van de tocht in Oostenrijk. Hoe lang kan hij nog wachten op de échte Elfstedentocht? Voor de Stichtse Courant sprak ik Van de Pol hierover.
“Door de harde storm was het Siberisch koud. Zo koud dat het vizier van mijn helm bevroor en ik niks meer zag. Vervolgens bevroren ook de glazen van mijn eigen bril. Gelukkig kon ik nog een andere bril krijgen. Zo kon ik de wedstrijd uitrijden, ik finishte als zesde. Heroïsch was het zeker.” Een vergelijking met ‘de hel van 63’ doet zich voor als Peter van de Pol verhaalt over de barre omstandigheden die hij begin dit jaar op het zeeijs in Zweeds Lapland voor zijn kiezen kreeg. De twinkeling in zijn ogen spreekt boekdelen: natuurijs én strijd tegen de elementen, dat is waar een marathonschaatser als Van de Pol voor leeft.
Op deze zonnige maandagochtend is het natuurijs ver weg. Het is volop lente in de Betuwe; twee jaar geleden streek Van de Pol samen met zijn vrouw neer aan de rand van Ochten. Hun dochtertje van één ligt boven te slapen, Van de Pol heeft zijn papadag. Wanneer hij naar buiten kijkt, ziet hij de dijk liggen. Net als in Amerongen waar hij als tweede van vier zoons opgroeide op een melkboerderij. Een handje helpen op het boerenbedrijf, in de gezonde buitenlucht zijn en veel sporten, dat kregen de jongens van Van de Pol met de paplepel ingegoten.
KASTEELGRACHT
Uiteraard ging Peter op voetbal, op een blauwe maandag heeft hij nog in het eerste van DVSA gespeeld. Maar inmiddels had het schaatsvirus al toegeslagen. Dat was in de winter van 1997, de winter die Henk Angenent de beroemdste spruitjeskweker van Nederland maakte. Het was in die winter dat Peter van de Pol als 14-jarige zijn eerste slagen op de kasteelgracht in Amerongen maakte. Toen de vorst aanhield toog hij met zijn vader (die net een Elfstedenkruisje op zak had) en zijn oudste broer Otto naar Loosdrecht en Ankeveen voor het langere werk op natuurijs. Toen pa en Otto met Peter afspraken dat ze de laatste tien kilometer al vast vooruit gingen en dat hij op zijn eigen tempo verder mocht, bleek dat hij eigenlijk nog gewoon in hun kielzog mee kon.
Hij moest maar eens écht op schaatsen gaan, opperden ze. Zo gezegd, zo gedaan. Peter van de Pol meldde zich bij schaatsvereniging Woudenberg en nam les op de Vechtsebanen. Een paar jaar later reed hij zijn eerste schaatsmarathon.
BERGETAPPE
De inmiddels 34-jarige Van de Pol schaatst nu tien jaar mee op het hoogste niveau bij het marathonschaatsen. Assen, Haarlem, Thialf uiteraard; hij kent de 400 meter kunstijsbanen in ons land tot in den treure. Gelukkig mag Van de Pol zich af en toe ook uitleven op écht natuurijs. Dat hij daar aanleg voor heeft, is hij inmiddels wel achter. Hij vergelijkt een schaatstocht van meer dan 100 kilometer op natuurijs graag met een bergetappe bij de Tour de France; naast een groot duurvermogen moet een atleet bij zulke wedstrijden ook tactisch slim zijn. Een zonnetje erbij mag maar een snijdende sneeuwstorm is eigenlijk zoals het hoort. Dan komen de echte mannen boven.
Zoals in februari in Zweden. Van de Pol was na een val weer opgekrabbeld en begonnen aan een inhaalrace. Eén voor één raapte hij de schaatsers op die waren afgehaakt uit de kopgroep, maar de wedstrijd was net te kort om ze allemaal in te halen. “Wat als ik niet gevallen was?”, die vraag bleef Van de Pol nog een tijdje achtervolgen. Maar nu het seizoen er op zit, blikt hij tevreden terug op zijn zesde plek. Net als op zijn negende plaats bij de 200 kilometer op de Oostenrijkse Weissensee, de wedstrijd op natuurijs die in afwezigheid van de échte Elfstedentocht wordt beschouwd als het beste alternatief.
VOORPROEFJE
Maar het blijft wel de alternatieve Elfstedentocht, weet ook Van de Pol. Op zijn 18e verjaardag werd hij direct lid van de Elfstedenvereniging maar de ‘tocht der tochten’ laat sindsdien op zich wachten. In 2012 leek het de goede kant op te gaan. Koning Winter regeerde langere tijd in ons land en Van de Pol maakte tijdens de Holland-Venetië tocht een voorproefje mee dat naar veel meer smaakte. Helaas gooide de invallende dooi roet in het eten. Dat hij die winter niet de route van de Elfstedentocht heeft geschaatst zoals een paar toerrijders met veel klunen wel deden, daar heeft Van de Pol nu wel spijt van. En het is sowieso maar de vraag of hij de tocht nog als wedstrijdrijder schaatst. Want mocht Van de Pol de komende maanden geen nieuw team vinden, dan zal het schaatsen noodgedwongen op het tweede plan komen. Als jonge vader moet hij die keuze nu eenmaal maken.
Babygeluidjes komen van boven. De ouderplicht roept en de Elfstedentocht lijkt verder weg dan ooit voor Van de Pol. Ach, als hij de tocht ooit nog in zijn leven mag schaatsen, dan is hij al meer dan tevreden.