Sport

Doping in het Nederlandse schaatsen: is dat zo raar dan?

(Rob Sinclair [CC BY-SA 2.0], via Flickr)

Naar aanleiding van het ‘sensationele’ nieuws dat mogelijk ook in het Nederlandse schaatsen doping werd gebruikt, schreef ik de volgende column voor SportknowhowXL.

Arme Yvonne van Gennip. Arme Ria Visser. Zomaar aan de dopingschandpaal genageld omdat 33 jaar na dato de onthulling kwam dat in 1985 een koffer met urinestalen van beide schaatsters uit het dopinglaboratorium in Nijmegen ontvreemd is en hoogstwaarschijnlijk in de Waal gedumpt. Een prachtig jongensboek, dat zeker, de reconstructie die Andere Tijden Sport en de Volkskrant over de verdwenen ‘dopingkoffer’ maakte, maar wel eentje waar de lezer door het gebrek aan hard bewijs veel fantasie nodig heeft om ervan overtuigd te raken dat Van Gennip en Visser daadwerkelijk plasjes inleverden die met testosteron bezoedeld waren.

Wat de reconstructie in ieder geval duidelijk maakt is dat het lange tijd bij de dopingcontroles in het schaatsen er niet erg professioneel aan toe ging. Zo kon de KNSB de verdwijning van de urinestalen geruisloos onder het tapijt schuiven. Of er überhaupt veel waarde aan de controles in die tijd moet worden gehecht, dat valt sowieso te betwijfelen.

Lees verder op SportknowhowXL