VoetbalWetenschap

Leidt voetballen op kunstgras echt tot meer blessures?

ball-1368282_1920Het televisieprogramma Radar heropende afgelopen maandagavond de discussie over de gevaren van voetballen op kunstgras. Kunstgras leidt tot meer blessures, dat was de ernstige boodschap die het televisieprogramma de kijker meegaf. Een boodschap die om de zoveel tijd weer in de media opduikt maar vooralsnog lijkt te berusten op een hardnekkig misverstand. 

Anderhalf jaar geleden laaide dezelfde discussie op toen een aantal profclubs van het kunstgras in de eredivisie af wilden. Eerder dat jaar was er protest van een groep profvoetbalsters op de keus van de wereldvoetbalbond FIFA om het WK voor vrouwen in Canada op kunstgras te spelen. Voor een achtergrondverhaal dook ik destijds in de wetenschappelijke studies die gedaan waren en daaruit bleek dat voetballers op het kunstgras dat tegenwoordig op de voetbalvelden ligt, niet méér blessures oplopen dan op natuurgras.

Het ene kunstgras is het andere niet

Waar het negatieve beeld over het ‘nepgras’ vandaan kwam, werd me ook duidelijk. Toen voetballers voor het eerst gingen spelen op kunstgras, was dat op de harde kunstgras velden van het American Football of het zandkunstgras van de hockeyers. Dat gaf door het gebrek aan demping gewrichts- en rugproblemen, terwijl een sliding op het schurende zand gepaard ging met vaak forse schaafwonden bij de voetballers. Genoeg reden voor de Engelse voetbalbond om kunstgras eind jaren tachtig in de ban te doen.

Meer dan tien jaar later, aan het begin van deze eeuw, kwam de derde generatie kunstgras op de markt. Met vezels gemaakt van het zachtere polyethyleen en met rubberen balletjes als infill. De eerste test op blessures kwam bij het WK onder 17 in Finland in 2003. Tien wedstrijden werden op het kunstgras van het Finnair stadion in Helsinki gespeeld. Het bleek dat het aantal blessures tijdens het toernooi beperkt was en vergelijkbaar met de voorgaande editie van het toernooi in Trinidad en Tobago op natuurgras.

In de jaren erna zijn op diverse plekken in de wereld een twintigtal wetenschappelijke studies verricht die het aantal blessures op kunstgras en gras hebben vergeleken. Allemaal duiden ze in dezelfde richting: voetballen op het huidige kunstgras geeft niet meer blessures. Maar zolang de huiver voor kunstgras terug blijft komen, blijven de studies doorgaan. Vorig jaar nog analyseerden Scandinavische onderzoekers 1900 wedstrijden van 32 profclubs in Zweden en Noorwegen. Ze vonden geen verschil in het aantal blessures dat spelers opliepen tijdens wedstrijden op kunstgras of gewoon gras. Ook maakte het niet uit of spelers gewend waren om op kunstgras of om op gewoon gras te voetballen.

Vuurtje opstoken

Einde discussie daarmee? Je zou het denken. Maar nee,  Radar zwengelde hem afgelopen maandagavond weer vrolijk aan. De aanleiding hiervoor waren de knieblessures waarmee een viertal eerste elftalspelers van PEC Zwolle de afgelopen drie seizoenen te kampen hadden. De Zwolse eredivisieclub gaf, bij monde van voorzitter Adriaan Visser, zelf duidelijk te kennen de oorzaak van de blessures niet te zoeken in het kunstgras. Visser, op de PEC site (‘door de ogen van de veurzitter’): “Dergelijke blessures zijn voor PEC Zwolle aanleiding om, elke keer weer, het gebruik van kunstgras te evalueren. De uitkomst van deze evaluatie is iedere keer, ook na het meest recente incident, hetzelfde. Namelijk dat het spelen op kwalitatief goed kunstgras, op basis van de huidige wetenschap en informatie ten opzichte van natuurgras, geen verhoogd risico op dergelijke blessures oplevert.”

Desondanks zag Radar er een mooie aanleiding in om het vuurtje maar weer eens op te stoken. Het werd een éénzijdig, tendentieus verhaal boordevol anekdotes van verzwikte en gescheurde enkel- en kniebanden opgelopen tijdens het voetballen op kunstgras. Trainer Raymond Verheijen deed de kijker geloven dat met name ‘zwakke plekken in het lichaam’ gevaar liepen wanneer een voetballer op kunstgras speelde. Cijfers hierover noemde hij verder niet.

Radar deed zelf ook nog ‘onderzoek’ naar de gevaren van kunstgras.  Ze hielden hun testpanel een vragenlijst voor waarop bijna 7000 mensen op reageerden. Bijna een derde van de respondenten gaf aan bij het sporten op kunstgras vaker blessures op te lopen dan op gewoon gras. Maar dat verschil blijkt hem alleen te zitten in de schaaf- en open wonden en helemaal niet in spier- of gewrichtsblessures. Dan is het gek dat in de uitzending van Radar de spier- en gewrichtsblessures alle aandacht kregen en de ‘blessures’ door schaaf- en open wonden niet.

Verder kun je je afvragen of je een schaaf- en open wond een blessure moet noemen? Ik vind het twijfelachtig. Spier- en gewrichtsblessures zijn letsels die een sporter echt aan de kant houden, voor wonden en andere beschadigingen van de huid is dat maar de vraag. Bovendien is het niet duidelijk uit het onderzoek van Radar of de schaaf- en open wonden op het kunstgras wel alleen zijn opgelopen bij het voetballen. De vragenlijst van Radar had namelijk, naast voetbal, ook betrekking op andere sporten zoals tennis en hockey. En wie bij die sporten uitglijdt of over de bal struikelt, kan ook rekenen op een geschuurde huid.

Een storm in een glas water dus. Terwijl wetenschappelijke onderzoeken laten zien dat voetbal op kunstgras niet tot meer blessures leidt, suggereert de enquête van Radar ten hoogste dat er iets meer schaafwonden bij een val of sliding optreden. Maar die verduidelijking bracht het actualiteitenprogramma niet naar buiten. Nee, het werd een ‘pas op…gevaar!!!’ lange haal naar voren. Terwijl het AD (“Veel meer kans op blessures bij kunstgrasveld“), Soccernews.nl (“Radar-onderzoek wijst uit: ‘Kunstgras vergroot kans op blessures’ “) en Voetbalprimeur (“Weer ophef over kunstgras: véél groter kans op blessures dan op gras“) gretig de slappe voorzet van Radar binnen kopten, moet ik hem helaas afkeuren vanwege vals spel.